vrijdag 30 januari 2015

guimpe haken, muts en sjaal voor Doerak

Sorry lieve mensen. Het is al weer even geleden. Maar het project moest af. Ik had echt geen tijd voor bloggen. Elk vrij momentje heb ik geguimpt, gevlochten en gehaakt. 

Buurvrouw en ik weten het al jaren heel zeker. Toen we allebei onze oudste kregen en het bij allebei een jongetje bleek te zijn hadden we het al ontdekt. Voor meisjes kan je veel leukere dingen haken en breien dan voor jongens. Hier in huis wordt het kleine meisje dan ook verschrikkelijk verwend en het grote jongetje enigszins achtergesteld. Zo kan het dus gebeuren dat Doerak al weer verwend is met een handwerkje van haar mama.

Doerak loopt het liefst met iets op haar bolletje. Een sjaal had ik nog liggen van vorig jaar. Maar een muts was op de een of andere manier onvindbaar geworden. Voor Doerak geen probleem. Dan zet ze gewoon de capuchon van haar jas op. Maar dat heeft wat nadelen. De ene capuchon is wat groter uitgevallen en dus hangt de rand van de muts praktisch voor haar ogen. En bij beide jassen waaien de hoofdbedekkingen af zodra Doerak het op een rennen zet. Regelmatig wordt er dus gegild en geroepen dat haar knopen dicht moesten. Precies op het moment dat ik daar eigenlijk geen tijd voor heb. (ze zet pas als ze buiten komt haar kap op. Dus meestal vergeet ik het om het van te voren te doen)

Op welke.nl had ik een fantastische sjaal gezien. Het was een sjaal met grote lussen die in elkaar gevlochten moesten worden. De lussen kreeg je door om een latje te haken. Ijverig ging ik aan de slag. Het was leuk om te doen maar ook zeer tijdrovend. Bovendien moest je een ketting van lossen op zetten, en op die lossen ketting de lussen maken. Ik vond het dunne tussenstukje wel leuk maar praktisch was het niet. Omdat je aan twee kanten lussen moet hebben was de tweede kant bijna niet meer in te steken. En omdat ik niet wilde dat de lossenrand ging trekken haakte ik 5 lussen en sloeg ik 1 losse over. Nou dat was een getel. Dan gaat praten en breien niet samen. ;-)

Ik zocht wat tips op youtube voor het in elkaar vlechten. En daar kwam ik de guimpevork tegen. Of de hairpin lace zoals de Engelsen zeggen. Veel handiger leek me. Ik toog naar de plaatselijke handwerkwinkel (lees: een dorp verderop want het enige wat wij hebben is een bakker en een scheepswerf.) en kocht een guimpevork. YouTube hielp mij op weg met een filmpje van handwerk les.

Het was gaaf! Het werd geweldig. Ik heb menig vraag gehad wat ik nu toch weer aan het doen was. Als je overal handwerkt herkennen mensen je dan ook aan het handwerken. Als ik met de pont naar het werk ga haak ik altijd tijdens de overtocht. En zelfs daar heb ik tot twee keer toe uitgelegd wat ik aan het doen was.

Het meest trots werd ik op de hartjes die ik haakte in plaats van franjes. Ik haakte eerst 8 lossen, dan het hartje volgens het patroon van Catherine, op blij met draadjes, dan haakte ik terug over de 5 lossen die ik nog over had met halve vasten, vervolgens haakte ik 6 lossen, een hartje en weer terug over de 3 overgebleven lossen met halve vasten. Dan weer drie lossen, een vaste op de juiste plek in de sjaal en weer terug met halve vasten. Tijdens het wachten op Doerak die ik uit de peuterspeelzaal moest halen haakte ik nog even vlug een hartje in de auto. Buurvrouw die haar zoon op dezelfde peuterspeelzaal heeft klopte op mijn raam. Ze vond het ook geweldig. En op mijn opmerking: "Daar ga je toch gewoon van fladderen," proestte ze: "Dat doen toch alleen autisten." Tja, laat mij dan autist zijn. Als ik zoiets moois aan het maken ben krijg ik de neiging om te fladderen. Je moet iets geks hebben in je leven. ;-)

Close-up van de hartjes. Met de hartjes zet je de laatste lus vast zodat de vlecht niet meer uit elkaar kan vallen.
De muts werd nog vrij pittig. Ik kon geen patroon vinden. Wel tips over rondjes maken met guimpe haken. Maar een echt patroon vond ik niet. Dus moest ik het zelf uitvogelen. Bij het eerste rondje heb ik de strook uit het midden gehaakt. De kleinste lussen heb ik als middelste rondje met een draad door elke lus dichtgetrokken. Om een rondje te krijgen heb ik steeds als ik een nieuwe strook ging vlechten 3 lussen van de binnenrand en eerst 6, later 5 en nog weer later 4 lussen van de nieuwe rand genomen. Toen ik de muts iets schuin wilde laten lopen heb ik bij de buitenrand om en om steeds 3 en daarna 4 lussen genomen. Zo liep het schuin af. En uiteindelijk kon ik de laatste toeren normaal vlechten, met gelijke aantallen lussen, omdat de rand verder recht naar beneden moest laten lopen. Omdat de muts bij de lussen nogal opengewerkt is heb ik een binnenmuts gehaakt met vasten. Gewoon steeds even passen in de muts en op Doeraks hoofd en uiteindelijk vast naaien in de laatste rand. Hij moet wel lekker warm zitten.
Bal mocht model staan. Zo te zien werd hij daar blij van. ;-p

Oh ja, ik las op verschillende blogs over restjes opmaken. Nou dit waren restjes. En... ze zijn op. Behalve de oranje. Daar heb ik nog een stel bollen van liggen.

En omdat ik ook nog las over dingen afmaken die er al langer liggen heb ik besloten dat eerst te doen voor ik aan een nieuw project begin. Mmm lastig. Maar jullie kunnen dus komende tijd projecten verwachten die al wat langer liggen. Een pop, een deken, een vest.... (zo nou heb ik het gezegd. Nu kom ik er niet meer onderuit.)


dinsdag 20 januari 2015

Randjes

Het boek 75 sierranden om te haken heeft zijn nut al meer bewezen. Ik heb al vaker verwezen naar het boek. En ook nu kwam het me weer super goed van pas. Hier even een afbeelding die ik vond op het wereld wijde web:

In het kraampakket wat ik van schoonmama kreeg zat een zelfgebreid vast. Mijn schoonmoeder had hem stiekem gemaakt zonder dat ik het wist. Het was een echte verrassing. En ik wist ook meteen dat het een poosje in de kast mocht. Het vest kon ze pas aan als ze wat groter was. Ieder seizoen kwam het vest weer te voorschijn. Zowel zomer als winter. Want een lekker warm vest is ook in de zomer soms best handig. Maar steeds bleek het weer te groot te zijn. En waar Doerak wel in de lengte groeit maar niet in de breedte was het vest ook wat te breed voor haar.

Dit seizoen kon ze hem eindelijk aan. Met veel plezier nam ik hem mee naar de camping. Eindelijk. En toen ontdekte ik de veel te korte mouwen. Dat was balen. Dit kon echt niet meer. Na de eerste teleurstelling rijpte er een plannetje. En eenmaal thuis viste ik mijn knalroze garen uit de kast, het boekje met de sierrandjes en een haaknaald. Met elke steek werd ik blijer. Niet alleen werden de mouwen meteen een stuk langer. Het hele vest werd nog leuker dan het al was. Om een eenheid te creëren haakte ik een kraagje aan de bovenkant. En een randje om de knoopsgaatjes. De knoopjes wipten er steeds uit. En als je een doerak bent is dat niet handig.

Het net gekochte knalroze rokje die ik voor een ander vest bestemd had maar wat net niet de goede kleur bleek te zijn toen ik thuis kwam was nu exact dezelfde kleur. Het zou super staan onder het vest.
Close-up van de kraag


Close-up van de mouw
En eenmaal bezig met randjes was haar verjaardagsjurkje van vorig jaar aan de beurt. Die werd korter en korter. En ik wilde hem toch nog een heel seizoen gebruiken.
Dit is het jurkje in originele staat. Het randje langs de hals en de mouwen. is origineel

De festonsteek viel niet mee. Het is de eerste keer dat ik zoiets probeerde. Nadat ik een centimeter op de jurk had gespeld omdat ik precies om de halve centimeter in wilde steken vond ik het toch niet netjes genoeg. Dus pakte ik mijn pen en zette ik stipjes om precies elke halve centimeter. Dit werd veel netter. Dus het eerste rommelige gedeelte uitgehaald en nog eens overnieuw gedaan. Het zat dan wel aan de achterkant. Maar omdat Doerak altijd voor mij uit rent zou ik dat precies het meest zien. ;-)
De festonsteek
En toen het randje er om heen. Het was echt een feest. Het randje was eigenlijk in twee kleuren uitgevoerd. Dus ik vond het best spannend hoe het er uit kwam te zien. Maar al hakend werd ik meer enthousiaster. Wat werd het gaaf. Het randje is aardig lang geworden. En bovendien trekt de zware rand de jurk nog iets meer naar beneden. Zo is het dus weer een jurkje op de goede lengte.
Het randje.
Eenmaal klaar was ik verliefd. De volgende dag mocht ze het jurkje aan. Toen was het nog mooier. Het is echt een feestjurk. En helemaal tegen mijn eigen natuur in heb ik op de verjaardag van de tweede zoon van Buurman en Buurvrouw trots verteld dat ik hem zelf verlengt had. Iets dat ik normaal niet zo snel zou doen van zelfgemaakt werk. Ze zou hem dit seizoen weer aan kunnen voor haar verjaardag. ;-)
















zondag 11 januari 2015

Rozenslinger, Fladder de vlinder en een slak

Die Doerak, die kroop al uit haar bed toen ze net kon lopen. Haar ledikant dan wel te verstaan. Oké, ze liep met 13 maanden en zal misschien toch wel iets later begonnen zijn met haar hachelijke klimpartijen. Maar in mijn herinnering klom onze dame toch wel heel jong uit haar bedje.

Een tijd hield de slaapzak haar wel tegen. Toen ze haar slaapzak zelf uit kon krijgen ging de rits op haar rug. Maar uiteindelijk klom ze met slaapzak en al uit bed. Toch zag ik er ook wel weer voordeel in. Best makkelijk als ze 's ochtends zelf haar bedje uit kan. Dat betekend voor mij net nog een paar minuutjes langer liggen. En toen ik wist dat ze echt zelf de trap af kon mocht ze ook zelf uit bed.

Maar dat was niet handig natuurlijk. Elke keer weer die klimpartij. Er in, er uit. Een groot bed is dan veel handiger. Mannie en ik gingen in rijp beraad. Toen we haar kamertje op zolder aan het maken waren wisten we dat er op een normale manier geen bed zou kunnen staan. Of de deur zou niet meer open kunnen, of we kwamen gewoon een aantal centimeters te kort. Omdat haar kamertje aan het trapgat grenst hadden we de oplossing. We maakten het kamertje gewoon iets groter door een puist uit te bouwen boven het trapgat. En dan kwam die puist iets hoger zodat we ook zonder ons hoofd te stoten naar beneden zouden kunnen. Zo gezegd zo gedaan.
Hier zie je een beetje wat ik bedoel met puist. Het witte stukje waar een muziekdoosje op staat loopt door onder het bed. Het gedeelte waar de dwarsplanken op zitten is dus eigenlijk een gedeelte van het vroegere trapgat.

Het ledikantje paste wel precies onder de schuine kap. Maar haar grote bed zou op maat gemaakt moeten worden. Zodat die precies op hoogte werd op waar de puist begon. En dus bouwde Mannie een huisje voor Doerak. Van lekker stoer steigerhout. Precies wat een doerakje nodig heeft.Om het toch meisjesachtig te maken ging ik aan de gang met naald en draad.

Hier het aanzicht onder de schuine kap. De breedte van het bedje is precies 70 cm. En dat past dus precies tot aan het begin van de dakkapel. Het bed is overigens goed door een volwassene te beslapen. Het is 2 meter lang.

En uiteindelijk kwam daar een rozenslinger zoals beschreven staat in het boekje 75 sierranden om te haken. Fladder de vlinder uit het boekje gehaakte beestenboel van Christel Krukkert. En Slak uit het boekje Amigurumi en Mini's van Tessa van Riet -  Ernst. Fladder werd niet helemaal zoals het patroon. De stippen werden niet mooi rond maar kregen puntjes. De lovertjes liet ik achterwege maar ik plaatste wel een bloem op haar buik met een french knot en op de kleine stippen kwamen kraaltjes. Houten vlinders en zilverkleurige bloemen. De oogjes werden geen veiligheidsoogjes. Het is de bedoeling dat Fladder blijft hangen. Er mag niet mee gespeeld worden. Ze kreeg ook mooie wimpers. En toen was het Claar is ze.;-)

Slak, Fladder en de slinger rondom de opening van haar bedje.
Je ziet precies een aantal favoriete knuffels van Doerak zitten. Als Doerak in bed ligt moet je altijd goed zoeken voor je haar tussen alle knuffels gevonden hebt. Er komen er steeds wat bij. Maar daar heb ik wat op gevonden. De niet zachte knuffels mogen aan haar voeteneind slapen. Zo zit Tippie haar Lalaloopsy pop dus trouw aan het voeteneind. Daar hoort ook nog een bal te liggen. En met Mila (lappenpop), kip en Nijn is het slaapfeest compleet. Eerder moest ik ook alle knuffels een zoen geven als ik haar een zoen gaf. Maar dat is inmiddels verleden tijd. Gelukkig maar.

En Doerak, die slaapt als een prinses in haar eigen huisje. Maar wel liefst overdwars bij het hoofdeind, met opgetrokken knieën op haar buik. Het is maar wat je lekker vind.


vrijdag 2 januari 2015

De beste wensen voor het nieuwe jaar

Voor ieder die meeleest, volgt of even langs komt piepen: de beste wensen voor het nieuwe jaar. En met beste bedoel ik niet alleen liefde, geluk, voorspoed en gezondheid maar ook vooral Gods liefde en zegen.

Zelf kon ik het niet laten om toch nog even terug te blikken op het afgelopen jaar. Niet dat ik normaal zo sentimenteel ben. Maar dit jaar was wel een bijzonder jaar. Vorig jaar stonden we vol grote plannen aan het begin van het jaar. We hadden belangrijke beslissingen genomen waarvan we verwachtten dat ze in de loop van het jaar uitgevoerd zouden kunnen worden. Nu we aan het begin van een nieuw jaar staan is het nog steeds hetzelfde. Er is een plan geweest waar we ons vol ijver ingestort hebben, die vorm kreeg, die na een tijdje zelfs waarheid werd, maar dat is inmiddels weer teruggedraaid. Het andere plan is helemaal niet uitgevoerd. We zijn er erg druk mee geweest en het is nog niet definitief van de baan. Maar of het echt gaat lukken is eigenlijk een grote vraag.

Het bijzondere is dat we niet gefrustreerd of verdrietig zijn. Afgelopen oudejaarsavond toen we in de kerk het jaar afsloten en God bedankten preekte de dominee over hoe God met je mee kan gaan zonder dat je plannen vorm krijgen. Hij zorgt voor je, helpt je als je ineens niet verder kan, maar je gaat niet de snelste weg en ook niet rechtstreeks op het doel af. Plannen of beslissingen kunnen zelfs helemaal van de baan raken of helemaal niet uitgevoerd kunnen worden.

Beide beslissingen hadden we biddend genomen. En bij het nemen van allebei de beslissingen hadden we ook een goed gevoel er over. Het gevoel dat God met ons mee ging. En toch lukte het niet. De dominee gebruikte het voorbeeld dat je soms een omweg moet nemen om meer van God te leren kennen en hem meer te leren vertrouwen. Zoals het volk Israël vanuit Egypte niet rechtstreeks naar Kanaän ging maar via de woestijn. Een omweg dus. Omdat ze meer van God moesten ontdekken. Ze moesten Zijn regels en geboden nog krijgen. En ze moesten ontdekken dat je soms niet weet waar je een oplossing vandaan kan halen maar dat God er dan wel bij is. Zo is het eigenlijk dit jaar ook bij ons geweest. En op de vraag van de dominee of we afgelopen jaar 1 moment zonder God waren konden we dan ook volmondig nee antwoorden. Het afgelopen jaar, ons hele leven al is er geen moment geweest dat God ons in de steek gelaten heeft. Wat een wonder. Dan ben je stil en dankbaar.

Vandaar dus ons terug kijk moment. Wat is het goed geweest het afgelopen jaar. Ondanks teleurstellingen, hard ploeteren zonder resultaat en soms ook veel verdriet. God ging met ons mee. En het is goed zoals het nu is. Tevredenheid. Misschien wilde God ons dat wel leren. Ik geloof dat ik het nu ben. Wat een heerlijk gevoel is dat.