dinsdag 24 januari 2017

Gebreid vest van sokkenwol

Daar is hij dan. Eindelijk. Eigenlijk weet ik niet eens wanneer ik er precies aan begonnen ben. 2 winters terug? Of zijn het er 3? Ik had mezelf al eens opgelegd geen nieuwe projecten meer te beginnen tot onder andere dit vest klaar zou zijn. Wat me vervolgens niet lukte.


Steeds opnieuw legde ik hem aan de kant. Koudwatervrees denk ik vooral. Want die kraag. Die moest ook gebreid worden. Als het eerste deel klaar was. Die zag er zo ingewikkeld uit. En dan had ik ook nog de bijzondere ambitie om geen zijnaden in het vest te willen. Dus breide ik voor en achterpanden aan elkaar vast. Maar hoe pas je dan het vest tussendoor? Als het allemaal op de rondbreinaald staat? Nou niet. En dat was zo spannend.

'Straks ben ik klaar en dan past het niet,' dacht ik steeds. En dan ging het hele tasje weer in de kast. Om het een paar maanden later weer dapper te voorschijn te halen.


Tot ik eindelijk aan de kraag begon. Toen kreeg ik er plezier in. Ik hield een complete administratie bij om precies te weten waar ik gebleven was. Om de kraag rond te laten lopen moest ik verkortte naalden breien. Dat was op zich niet zo'n probleem. Maar elke kabel was anders. Bij de een moest ik elke 19e naald kruisen. Bij de ander in de 21e naald. De volgende moest elke naald een stukje opschuiven. De ene kabel kwam heel regelmatig langs. Terwijl de ander na 6 verkortte naalden pas weer aan de beurt was. Aan een toerenteller had ik dus niet zoveel om precies bij te houden waar ik was gebleven. Ik moest wel 5 toerentellers hebben. Die heb ik niet. Dus gebruikte ik een opschrijfboekje waarin ik de kabel naam opschreef en het nummer van iedere naald. Toen de patronen eenmaal herhaald moesten worden schreef ik twee nummers op.

Uiteindelijk kwam het vest af. Weer bibberde ik. Hoe maak je zo'n kraag nu vast aan het vest. Komen de armsgaten wel goed uit? Hoe brei je de biezen aan. Zoals het in de beschrijving stond leek me niet zo handig. Ik wist dat ik nu door moest zetten. Na veel puzzelen, meten en uitvogelen werd het 1 geheel.

Wat heb ik van het proces genoten. Ondanks alle bibbers in mijn benen. Wat was het geweldig om te doen. En het resultaat is het allemaal dubbel en dwars waard.

Het hele vest is gebreid met sokkenwol van Lana Grossa Meilenweit. (Ja de dunne naaldjes maakten het project nog langer natuurlijk) Het patroon komt uit het Bergere de France boek van 2009/2010

Ook een trui gebreid? Lekker warm hè met dit weer.

zondag 15 januari 2017

Denk niet zwart, denk niet wit...

Ik ben niet zo zwart wit. Ik houd erg van grijs tinten. Tenminste als het gaat om het geven en vormen van mijn mening. In mijn interieur heb ik op het moment helemaal geen grijs. Daar houd ik dan weer meer van bruin. Van aardetinten. Met okergeel voor de zonneschijn en een vleugje zalmroze voor het zachte gevoel.

Niet zo zwart wit dus. Ik vind een waarheid nooit helemaal een absolute waarheid. Vaak kan je dingen vanaf meerdere kanten bekijken. Sommige dingen lijken van de ene kant een heel overtuigd ja. Maar als je het via een ander standpunt bekijkt kan het ineens wel een heel overtuigd nee worden. Daarom roep ik nooit zo hard ja of nee. Het grote voordeel van dingen van allerlei kanten te kunnen bekijken is dat je heel veel mensen begrijpt. Je kan in heel veel dingen inkomen. Natuurlijk is daar altijd nog mijn eigen hoofd. Mijn eigen gevoel. Mijn eigen hart. Dat gebruik ik uiteindelijk echt wel als leidraad. Maar stellig overtuigd zal je mij zelden vinden.

Heel af en toe ben ik dat wel. Zo overtuigd was ik bijvoorbeeld over mijn zwart witte badkamer. Die te nieuw is om er zomaar uit te halen. Maar waar ik nooit zelf voor gekozen zou hebben. Hij zat er simpelweg al in toen we ons huis kochten. Waar meer dan de helft van de Nederlanders een gat in de lucht zou springen bij het hebben van een zwart witte badkamer vond ik het niets. Het is zo... zwart wit. Mannie begreep mijn aversie niet direct. Kijk wit leek me nog minder mooi. Dan was zwart misschien wel een goede tegenhanger. Maar het is toch maar gewoon zwart wit. En dan ook nog al die tegels. Oké in de tegels zit ook grijs. Maar dan nog. Ik had ook nog geprobeerd om de boel een beetje te stylen. Een beetje paars met roze leek me wel gezellig. Wat rietenmandjes voor het speelgoed. Maar dan was het nog niet wat ik wilde. Elke keer als ik in bad lag dan miste ik warmte. En dat ligt beslist niet aan onze gloednieuwe ketel die voor al dat heerlijke warme water in bad had gezorgd.



 (Als echte voor-de-metamorfose-foto's heb ik natuurlijk de boel niet opgeruimd toen ik foto's maakte van de oude situatie. Want dan is het contrast nog groter. Dan doen ze met echte metamorfoses ook altijd. Let er maar eens op.)

Op een goede dag stapte ik naar de bouwmarkt. Ik was op zoek naar nieuwe stoelen in onze zithoek. Gewoon zo maar even neuzen. Ik zat eens hier. En ik zat eens daar. Ik probeerde ondertussen met mijn sleutels en een onderzetter hoe de stoel zou zitten als ik zat te haken. En proefzittend in de bouwmarkt kreeg ik ineens op een geweldig idee. Waarom hang ik niet gewoon allerlei gezelligs aan de muur. Dus ging ik naar de accessoires afdeling. Ik pakte vaasjes, kaarsen borden, een rechthoekig dienblad, nog een dienblad met een leuke tekst er op, en een paar kaarten met mooie teksten. Ik nam meteen goed plakband mee waarmee ik al mijn spullen aan de muur zou kunnen hangen. In mijn achterhoofd zaten fotolijstjes die ik thuis had liggen. En twee potjes verf. Okergeel en zeegroen. Thuis zal ik ook nog wel meer vaasjes vinden, bedacht ik. Zo rekende ik af en reed ik naar huis.


Eenmaal thuis ging ik aan de slag. Ik vond inderdaad een plastic fles die er vast leuk uit zou gaan zien als ik hem verfde. Er zat nog ketjap in. Maar stiekem in mijn achterhoofd wist ik dat die over de datum was. Dus een goed moment om de fles leeg te gooien en om te spoelen. Ik nam twee zilverkleurige waxinelichthouders die nu al in de badkamer stonden en twee zwarte olielampen. Daar ging ik met de verf. Op het kaarsenbord legde ik schelpen die ook niet ontkwamen aan mijn verfkwast. Zelfs de schelpen werden okergeel of zeegroen.


Daarna waren de fotolijstjes aan de beurt. De rand van het nieuw gekochte dienblad moest er ook nog aan geloven. Die werd ook okergeel. Ook die kreeg een stel schelpen. Die legde ik op de rand nadat ik ze ook versierd had met mijn potjes verf.


De volgende dag vond ik nog het huisje en de pannen onderzetter met het badkussen bij het warenhuis in ons eigen dorp. En nog weer later vond ik de prachtige mand waar al het speelgoed in past van de kinderen dat ze gebruiken in bad. En bij de kringloop vond ik het schaaltje waar mijn oorbellen en andere sieraden in passen als ik ze niet draag. Stapje voor stapje werd het een geheel. En eerlijk is eerlijk: onze badkamer is nu niet meer zwart wit. En met al die teksten is het al helemaal niet meer koud. Het is er heerlijk warm geworden. Wat een beetje verf, een beetje oud en een beetje nieuw materiaal al niet kan doen.


Zelf nog een ongezellig hoekje op te knappen? Het hoeft niet veel te kosten. Een paar borden aan de muur en geverfde fotolijstjes maken al een geweldig verschil. Veel succes en vooral heel veel plezier.

Ps: nog weten hoe het met de zoektocht naar de stoelen is afgelopen? We hebben twee prachtige okergele(!) stoeltjes gevonden. Die zo ontzettend zonnig en lief in onze woonkamer staan. Dat de hele woonkamer opgevrolijkt is.