Gratis patronen

Op deze pagina staan de haak- en breipatroontjes die ik zelf ontworpen en bedacht heb. Sommige patroontjes zijn aangepast op bestaande patronen. Dan staat de link naar de betreffende blog er altijd bij. Snuffel er lekker tussen, gebruik wat je kan gebruiken maar onthoud wel dat ik deze patronen zelf bedacht en ontworpen heb. Daarom mag je de patronen niet gebruiken voor commercieel gebruik. Ook het afgewerkte product mag niet te koop aangeboden worden.

Natuurlijk mag je altijd een patroontje gebruiken voor een goed doel. Bijvoorbeeld om geld op te halen voor minder bedeelden of iets dergelijks. Laat dan wel weten waar het patroon vandaan komt.

Als je een patroontje gebruikt laat je dan even een berichtje achter? Kan ik een beetje zien wie er allemaal meegenieten en meehaken. :-)

Astronaut Astro

Lijf:
1- 4 vasten in een ring
2- 2 vasten in elke vaste. (8)
3- 1 vaste in de eerste vaste, 2 vasten in de volgende vaste (12)
4 tot 11- 1 vaste in elke vaste. Wissel in de laatste steek naar blauw (12)
12- Met blauw: 1 vaste in elke vaste. Wissel in de laatste steek naar wit. (12)
13- Met wit: 1 vaste in elke vaste. (12)

Hecht af met een halve vaste.

Rugzak:
1- 4 vasten in een ring
2- 1 vaste, 1 losse en 1 vaste in elke steek (12)
3- Alleen in de achterste lus: 1 halve vaste in de eerste steek, 2 lossen, (is eerste halve stokje) *1 cluster van 2 samen gehaakte stokjes in de losse, 1 half stokje in de volgende 2 vasten. Herhaal vanaf * Eindig met 1 half stokje in de laatste vaste en een halve vaste in de bovenste van de 2 lossen. Hecht af en naai het tasje op de rug van het vingerpoppetje.

Vizier:
1- 4 vasten in een ring
2- 3 vasten in de eerste vaste, 1 vaste in de volgende vaste. Herhaal nog 1 keer. (8)
Sluit af met een halve vaste in de eerste vaste. Naai het vizier op de hoogte van het gezicht.

Slangetjes:
Haak sliertjes van een aantal lossen en bevestig die van het rugzakje naar het lijfje. Maak er zoveel je wilt en leuk vind. Dit zijn de slangetjes met zuurstof e.d.

Raket

1- 4 vasten in een ring
2- 1 vaste in elke vaste. (4)
3- 2 vasten in elke vaste. (8)
4- 1 vaste in elke vaste. (8)
5- 1 vaste in de eerste vaste, 2 vasten in de volgende vaste. (12)
6 tot 13- 1 vaste in elke vaste. (12)

Vleugels:
5 lossen, 1 halve vaste in de tweede losse vanaf de haaknaald, 1 vaste in de volgende losse, 1 half stokje in de volgende losse en 1 stokje in de laatste losse. Knip de draad af. Maak er 3. Naai de vleugels op de raket met de halve vaste bovenaan en het stokje op de rand.

Raam:
6 vasten in een ring.
Hecht af met een halve vaste. Naai het raampje op de raket.

Vlammen:
1 vaste, half stokje, stokje, half stokje en vaste in een ring. Trek de ring aan. Hecht niet af met een halve vaste maar knip de draad af en haal deze door de steek. Hecht met oranje in de eerste vaste, 1 vaste in de eerste 2 steken, 3 vasten in het middelste stokje, 1 vaste in de laatste twee steken. Hecht ook deze draad af zoals de gele draad is afgehecht. Met rood in de eerste 2 vasten van de oranje toer: 1 vaste, 1 half stokje in de volgende vaste, 1 stokje, 1 losse en 1 stokje in de volgende vaste, 1 half stokje in de volgende vaste, 1 vaste in de laatste twee vasten. Hecht af. Naai de vlam onder aan de raket.

Alien Klaroe (blauw)

Lijf:
1- 4 vasten in een ring
2- 2 vasten in elke vaste. (8)
3- 1 vaste in de eerste vaste, 2 vasten in de volgende vaste. (12)
4 tot 13- 1 vaste in elke vaste. Hecht af met een halve vaste. Weef de draad weg.

Ogen:
3 vasten in een ring. Sluit met een halve vaste in de eerste vaste. Trek de ring goed aan.
Haak 3 ogen. En naai ze in een neerwaarts boogje op de alien.

Mond:
Borduur met zwart een mond.


Voelsprieten:
*7 lossen, een cluster van 3 samen gehaakte stokjes in de derde losse vanaf de haaknaald, 1 halve vaste in diezelfde derde losse, 1 halve vaste in elke volgende losse.* Herhaal de omschrijving tussen de sterretjes nog een keer. Naai de voelsprieten bovenop het hoofd.

Alien Mana (geel)

Lijf:
Herhaal het lijf net zoals bij Klaroe maar gebruik een andere kleur.

Oog:
5 vasten in een ring. Sluit de ring met een halve vaste. Trek de draad goed aan. Maak een zwart pupil in het oog door middel van een french knot. Naai het oog in het bovenaan in het midden.

Mond:
Borduur de mond onder het oog.

Voelsprieten:
Herhaal de voelsprieten net zoals bij Klaroe maar gebruik de kleur van het lijfje van Mana.


Vrolijke lentebloemen

 
 Voor de grote bloem haakte ik 5 gele vasten in een ring. Daarna met donker roze in alleen de voorste lussen van het gele hartje: 3 lossen in de eerste vaste, 1 dubbel stokje en 1 stokje in dezelfde vaste, [1 stokje, 1 dubbel stokje en 1 stokje in de volgende vaste] en herhaal de omschrijving tussen de haakjes nog 3 keer. Hecht af.
Haak met licht roze [1 vaste en 1 stokje tussen de eerste en de laaste steek, 1 losse, 1 vaste en 1 stokje tussen de volgende twee steken, 1 losse, 1 halve vaste tussen de volgende twee steken] Herhaal wat tussen haakjes staat nog 4 keer en hecht af.
Door de achterste lussen van het gele hartje haakte ik eerst een rondje van 3 stokjes per steek. Het eerste stokje verving ik weer door 3 lossen. Nu had ik 15 stokjes. [Daarna haakte ik 3 lossen en een dubbelstokje in de eerste steek, 1 stokje in de volgende steek, 1 dubbelstokje in de volgende steek, 3 lossen en 1 halve vaste in dezelfde steek.] Herhaal wat tussen haakjes staat nog 4 keer. Om de eerste 3 lossen te maken moet je wel eerst een halve vaste in de volgende steek maken. Werk de draadjes weg en houd alleen het gele begindraadje over om het bloemetje op de stof te kunnen zetten.


  Hierna maakte ik een kleinere variant. Ik begon wel weer met een hartje van 5 vasten in een ring. Maar ik haakte met roze 3 vasten in elke gele vaste. Ik deed dat gewoon door beide lussen. Daarna haakte ik met lichtroze [1 vaste en 1 half stokje in de eerste vaste, 1 vaste en een half stokje in de volgende vaste en 1 halve vaste in de volgende vaste] Dit herhaalde ik tot ik rond was.


Bij deze bloem heb ik onregelmatige bloemblaadjes gehaakt. Met groen haakte ik 10 vasten in een ring. Met crème haakte ik afwisselend in 1 vaste: [1 stokje, 1 dubbel stokje en 1 stokje] of [1 half stokje, 1 stokje en 1 half stokje] of [2 stokjes]. Tussen de blaadjes haakt ik steeds een halve vaste in de volgende vaste
Zwarte Pietje met pijpenragers


Hoofd:
1-  6 vasten in een ring.
2- 2 vasten in elke vaste. (12)
3- 1 vaste in de eerste vaste, 2 vasten in de volgende vaste. (18)
4- 1 vaste in elke vaste. Wissel in de laatst steek naar zwart. (18)
5- Maak met zwart een lussentoer: steek de haaknaald in de eerste vaste, maak een lus om je linker wijsvinger, (foto 1) steek de haaknaald onder de twee draden door die het begin van de lus vormen. Haal de haaknaald met de 2 draden door de vaste heen, (foto 2) sla de draad nog eens om de naald en haal de naald door allebei de lussen. (foto 3) Vouw de lus naar voren en steek achter de lus langs in de volgende vaste. (foto 4) Maak in elke vaste een lussensteek en vouw elke lus naar voren. (18)

foto 3
foto 1
foto 2
foto 4

6- 1 vaste in de eerste vaste, 2 vasten samen haken. (12)
Vul het hoofdje stevig op.
7- De vasten 2 aan 2 samen haken. (6)
Hecht af met een halve vaste in de 1e steek van toer 7. Haal de draad met behulp van een stopnaald door de voorste lussen van de laatste toer. Trek zachtjes aan en weef de draad weg.
Muts:
Haak met fluffygaren.
1-  2 lossen, 6 vasten in de 2e losse vanaf de haaknaald.
2- 2 vasten in elke vaste. (12)
3- 1 vaste in de eerste vaste, 2 vaste in de volgende vaste. (18)
Hecht af met een halve vaste in de eerste vaste van toer 3. Naai de muts op het hoofd en zorg dat de lussenrand onder de muts uit komt.
Kraag:
Haak met fluffygaren.
1- 2 lossen, 6 vasten in de 2e losse vanaf de haaknaald.
2- 2 vasten in elke vaste. (12)
Hecht af met een halve vaste in de eerste vaste van toer 2. Naai de kraag aan de onderkant van het hoofdje.
Lijfje:
1- 6 vasten in een ring.
2- 2 vasten in elke vaste. (12)
3- 1 vaste in de eerste vaste, 2 vasten in de volgende vaste. (18)
4- 1 vaste in de eerste vaste. Vouw een stuk pijpenrager om de eerste vaste heen, (foto 1) steek de haaknaald achter langs en haak in de volgende steek een vaste, (foto 2) haak 1 vaste in de volgende 11 vasten, vouw het andere uiteinde van de pijpenrager om de laatst gehaakte vaste heen, steek de haaknaald ook hier weer achter langs en haak gewoon weer door met een vaste in elk van de volgende vasten. (18)


foto 1
foto 2
Hier zie je hoe je weer verder gaat.


5- 1 vaste in de eerste vaste, 2 vasten samen haken.
Vul het lijfje stevig op.
6- Haak de eerste 2 vasten samen, vouw weer een stuk pijpenrager om de eerste steek heen, steek de haaknaald achter langs en haak de volgende 2 vasten samen. Haak nog eens 2 vasten samen en vouw dan het andere uiteinde van de pijpenrager om de steek. Haak nu de laatste 2 vasten samen. 
Hecht af met een halve vaste in de eerste steek van de 6e toer. Naai het lijfje aan het hoofdje.

 Zelf heb ik het mutsje na verloop van tijd steeds als laatst vast gemaakt. Dan kon ik op het zwarte gedeelte van het hoofdje makkelijk heen en weer steken om het lijfje goed stevig vast te maken. En met het witte uiteinde van de kraag borduurde ik ook meteen oogjes.

Stippen kevertje met tapestry techniek
Tips en trucs:

~ Het kevertje wordt in tapestry techniek gehaakt. Dat betekend dat er gehaakt wordt met twee kleuren. De kleur die je niet gebruikt laat je aan de achterkant van het werk meelopen door de draad steeds met de steken mee te haken. Dat doe je als volgt: Steek de haaknaald in de vaste waar je in wilt gaan haken, leg de draad van de andere kleur over de steek heen, sla de draad waar je mee haakt om de naald en haak de steek zoals je normaal zou doen. Zelf vind ik het mooist om de draad om de steek mee te haken. Dan zie je de andere kleur niet door het werk heen.


~ Om een kleurwissel mooi te laten verlopen verander je al van kleur in de steek ervoor. Dat doe je
als volgt:
 
Haak de laatste steek voor de kleurwissel niet helemaal af maar sla voor de laatste doorhaling de draad van de nieuwe kleur om de naald.
Haal dan de draad door de twee lussen op de naald.

~ Dit geldt niet voor de kleurwissels in het lijfje. De kleurwissels van 1 steek. Haak hier de steek helemaal af met de a kleur, steek dan in met de haaknaald in de volgende steek, sla om met de b kleur en haak de steek weer af met de a kleur. Zo is alleen het v-tje in een andere kleur.

 










Deze techniek is nog niet toegepast bij de kevertjes die toekijken. Bij die kevertjes is de kleurwissel op alle plekken hetzelfde gedaan. En wel op de eerste manier. Het verschil is goed te zien bij de volgende foto. Zo kan je kijken wat je zelf het mooist vind.












Het kevertje:
Begin met b kleur voor de eerste 3 toeren.
1- 6 vasten in een ring.
2- 2 vasten in de eerste 3 vasten, 1 vaste in de laatste 3 vasten. (9)
3- 1 vaste in de eerste vaste, 2 vasten in de volgende vaste, herhaal nog 2 keer, 1 vaste in de laatste 3 vasten. (12) Wissel naar a kleur.
4- 1 vaste in de eerste 9 vaste, 1 vaste met b kleur in de laatste 3 vasten. (12)
5- 1 vaste in de eerste 4 vasten met a kleur, 1 vaste in de volgende vaste met b kleur, 1 vaste in dezelfde vaste met a kleur, 1 vaste in de volgende 4 vasten met a kleur, 1 vaste in de laatste 3 vasten met b kleur. (12)
6- 1 vaste in de eerste 2 vasten met a kleur, 1 vaste in de volgende vaste met b kleur, 1 vaste in de volgende 5 vasten met a kleur, 1 vaste in de volgende vaste met b kleur, 1 vaste in de volgende 2 vasten met a kleur, 1 vaste in de laatste 2 vasten met b kleur. (12)
7- 1 vaste in de eerste vaste met b kleur, 1 vaste in de volgende 3 vasten met a kleur, 1 vaste in de volgende vaste met b kleur, 2 vasten samen haken met a kleur, 1 vaste in de volgende 4 vasten met a kleur, 1 vaste in de laatste 2 vasten met b kleur. (12)
8- 1 vaste in de eerste vaste met b kleur, *1 vaste in de volgende vaste en 2 vasten samen haken met a kleur, vanaf * nog 1 keer herhalen met a kleur,  1 vaste in b kleur, 2 vasten samen haken en 1 vaste in de volgende vaste met a kleur, 1 vaste in de laatste vaste met b kleur. (9)
9- 1 vaste in de eerste 2 vasten met b kleur, *1 vaste in de volgende vaste, 2 vasten samen haken met a kleur,  herhaal vanaf * nog eens met a kleur.
Knip de draad nu af. (ook al is de toer nog niet helemaal klaar)
Haal het draad van de b kleur met een stopnaald door het lijfje heen naar voren. Hiermee kan je straks de oogjes aanzetten.
Neem het draadeinde en haal het met behulp van een stopnaald door alle lussen van de opening.


Zwarte pieten slinger


Materiaal
- restjes garen in de kleuren bruin, zwart, rood en wit
- restjes garen in verschillende kleuren
- haaknaald passend bij het garen
- stopnaald

Hoofd
1- 6 vasten in een ring
2- 2 vasten in elke vaste. (12)
3- 1 vaste in de eerste vaste, 2 vasten in de volgende vaste. (18)
4- 1 vaste in de eerste 2 vasten, 2 vasten in de volgende vaste. (24)
5- 1 vaste in de eerste 3 vasten, 2 vasten in de volgende vaste. (30)

Haar
Begin op een willekeurige plek. Haak alleen in de voorste lus: 1 vaste in de eerste vaste, *2 lossen, 1 vaste in de volgende vaste* herhaal van * tot * tot je totaal 19 vasten hebt gehaakt.

Baret
Haak in de achterste lussen, achter het haar, in de vijfde lus vanaf de rand van het haar.
1- 9 vasten, 1 losse om te keren
2- Keer het werk, 9 vasten. Wissel eventueel van kleur
3- Keer het werk, 3 lossen, 1 stokje, 2 dubbelstokjes en 1 stokje in de eerste steek, 1 stokje in de volgende steek, 1 half stokje in de volgende steek, 1 vaste in de volgende 2 steken, 1 half stokje in de volgende steek, 2 stokjes in de volgende steek, 1 half stokje in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek en sluit af met een halve vaste in de zijkant van de eerste toer.

Baret (variant)
Haak zoals de omschrijving hier boven tot aan toer 3
3- 1 losse om te keren, 1 vaste in de eerste vaste, 1 half stokje in de volgende vaste, 2 stokjes in de volgende vaste, 1 half stokje in de volgende vaste, 1 vaste in de volgende vaste, 1 half stokje in de volgende vaste, 1 stokje, 1 dubbel stokje en 1 stokje in de volgende vaste, 1 half stokje in de volgende vaste, 2 vasten in de laatste vaste.

Baret (variant 2)
Haak zoals de eerste omschrijving van de baret tot aan toer 3
3- 2 lossen om te keren, 1 half stokje en een stokje in de eerste steek, 1 stokje in de volgende steek, 1 half stokje in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek, 1 half stokje in de volgende steek, 1 stokje in de volgende 2 steken,  half stokje in de volgende steek, 1 stokje en 2 halve stokjes in de laatste steek.

Kraag
Begin in eerste vaste aan de onderkant van het hoofd die nog vrijgelaten zijn
*2 lossen, 1 stokje, 1 half stokje, in de eerste steek. 1 halve vaste in de volgende vaste, 1 vaste in de volgende vaste* herhaal tot alle onbewerkte vaste gehaakt zijn. Eindig met 2 lossen, 1 stokje, en 1 half stokje in de laatste steek.

Veer
5 lossen, 2 lossen om te keren, 1 halve vaste in de derde losse vanaf de haaknaald, 2 lossen, 1 halve vaste in de volgende losse, 3 lossen, 1 halve vaste in de volgende losse, 3 lossen, 1 halve vaste in de volgende losse, 4 lossen, 1 halve vaste in de laatste losse, 2 lossen, 1 half stokje, 2 lossen en 1 halve vaste in diezelfde laatste losse.
Ga verder aan de andere kant van de lossenketting: 4 lossen, 1 halve vaste in de tweede losse, 3 lossen, 1 halve vaste in de volgende losse, 3 lossen, 1 halve vaste in de volgende losse, 2 lossen, 1 halve vaste in de volgende losse, 2 lossen, 1 halve vaste in de laatste losse. Hecht af.

Slinger
Haak met 3 verschillende kleuren en een grotere haaknaald 15 lossen, *1 vaste om de 5e vaste van de eerste toer van de baret, 15 lossen* Herhaal tot alle pietenhoofdjes geweest zijn en hecht af. Maak franjes aan het begin en einde van de slinger.

Ten slotte:
Dit patroon heb ik zelf ontworpen en bedacht. Daarom mag je het patroon niet gebruiken voor commercieel gebruik. Je mag het patroontje niet zelf op je eigen webpagina of blog plaatsen. Ook het afgewerkte product mag niet te koop aangeboden worden. Natuurlijk mag je altijd een patroontje gebruiken voor een goed doel. Bijvoorbeeld om geld op te halen voor minder bedeelden of iets dergelijks. Laat dan wel weten waar het patroon vandaan komt.
En plaats je een foto van je werkstukje naar aanleiding van mijn patroon op internet, zet er dan altijd een linkje bij naar mijn blog: steekjebijbeetje.blogspot.nl



 Omhaakte kledinghanger



Materiaal:
- Ongeveer 50 gr. katoen in 2 verschillende kleuren voor haaknaald nummer 3
- Houten kledinghanger met een uit schroefbare haak
- Haaknaald nummer 3
- Stopnaald
- Eventueel restje garen of kraaltjes voor de oogjes
- Steek markeerder

Algemene opmerkingen:
* In dit patroon wordt er steeds gewerkt met een startring ook wel de magische ring genoemd. Op internet staan vele filmpjes en foto’s over hoe je zo’n ring moet maken. Beheers je deze techniek niet haak dan 2 lossen en haak het aantal lossen van de eerste toer in de tweede losse vanaf de haaknaald.
* Dit patroon wordt in spiraal gehaakt. Gebruik daarom een steek markeerder om de eerste steek van de toer aan te geven.
* Doordat het patroon in spiraal wordt gehaakt verspringt de kleurwissel steeds een stukje. Als je de
hoes uiteindelijk om de hanger hebt geschoven kan je de hoes gemakkelijk draaien. Zo kan je de
kleurwissel naar boven draaien en heb je aan de voorkant geen zichtbare kleurwisselingen meer.
* Om van kleur te wisselen: haak de laatste steek van de toer voor je met de toer met de nieuwe kleur
begint niet helemaal af. Als je de laatste omslag doet van die steek sla dan om met de nieuwe kleur.
Als de steek is afgehaakt zie je gewoon nog de oude kleur. Maar de nieuwe steek haak je zo helemaal
in de nieuwe kleur.
* Laat de draden aan de achterkant mee lopen door ze steeds even om elkaar heen te draaien als je de
eerste steek van de nieuwe toer gaat haken. Zo heb je de minste losse draadeindjes.

Werkwijze hoesje kledinghanger:
Begin met kleur A
1- 6 vasten in een ring
2- 2 vasten in de eerste 2 vasten, 1 vaste in de volgende vaste tot het eind van de toer. (8)
3- 2 vasten in de eerste 4 vasten, 1 vaste in de volgende vaste tot het eind van de toer. (12)
4- 1 vaste in de eerste 3 vasten, 2 vasten in de volgende 2 vasten, 1 vaste in de volgende vaste tot het
eind van de toer. (14)
5 en 6- 1 vaste in elke vaste. Wissel in de laatste steek van toer 6 naar kleur B.
7 tot 8- 1 vaste in elke vaste. Wissel in de laatste steek van toer 8 naar kleur A.
Haak zo verder in het rond. Wissel in elke 3e toer van kleur. En haak kleur A en kleur B om en om.
Pas het hoesje steeds om de hanger en haak tot je bijna bij het einde bent. Zorg dat je eindigt met
kleur B stop de hanger (met de haak er nog af) in de hoes en haak dan de laatste toeren met kleur A:
5e en 4e toer voor het eind- 1 vaste in elke vaste. (14)
3e toer voor het eind- 1 vaste in elke vaste maar haak op de kortste kant van de hanger 2 keer 2
vasten samen. Dit was bij mij de 6e en 7e vaste en de 8e en 9e vaste. (12)
2e toer voor het eind- 1 vaste in elke vaste maar haak nu 8 vasten 2 aan 2 samen met de twee samen
gehaakte vasten van de vorige toer in het midden. Dit waren bij mij de 3e en 4e vaste, de 5e en 6e
(eerste samen gehaakte vaste van de vorige toer) vaste, de 7e (tweede samen gehaakte vaste van de
vorige toer) en 8e vaste en de 9e en 10e vaste. (8)
Laatste toer- Haak in elke vaste 1 vaste maar haak de 4 samen gehaakte vasten van de vorige toer
samen. Dit waren bij mij de 3e en 4e vaste en de 5e en 6e vaste. (6)

Knip bij de laatste vaste het draadeinde door en haal de draad door de lus. Neem een stopnaald en
haal de draad door alle voorste lusjes van de laatste toer. Trek stevig aan en hecht de draad dan af.

N.B.: Omdat niet alle hangers en hoesjes gelijk zullen zijn zal het kunnen dat de minderingen niet
altijd op de zelfde plaats zullen vallen. Om het hoesje mooi af te sluiten moet je dus zelf kritisch
kijken waar de minderingen moeten beginnen. Dit kan afwijkend zijn van mijn beschrijving. Let dus
goed op de extra aanwijzingen.

Kopje Beer:
Met A kleur:
1- 6 vasten in een ring
2- 2 vasten in elke vaste (12)
3- 1 vaste in de eerste vaste, 2 vasten in de volgende vaste, herhaal de hele toer rond (18)
4- 1 vaste in de eerste 2 vasten, 2 vasten in de volgende vaste, herhaal de hele toer rond (24)
5- 1 vaste in elke vaste. (24)
6- 1 vaste in de eerste 3 vasten, 2 vasten in de volgende vaste, herhaal de hele toer rond (30)
7 en 8- 1 vaste in elke vaste. (30)
9- 1 vaste in de eerste 3 vasten, 2 vasten samen haken, herhaal de hele toer rond (24)
10- 1 vaste in elke vaste. (24)
11- 1 vaste in de eerste 2 vasten, 2 vasten samen haken, herhaal de hele toer rond (18)
12- 1 vaste in elke vaste. (18)
13- 1 vaste in de eerste vaste, 2 vasten samen haken, herhaal de hele toer rond (12)
Vul het kopje stevig op.
14- haak de vasten twee aan twee samen (6)

Knip de draad af en haal de draad door de lus. Houd het stuk draad over om het beestje op de hanger te kunnen naaien. Maar doe dit pas als het beestje helemaal klaar is.

Arm Beer:
Begin met B kleur:
1- 6 vasten in een ring
2- 1 vaste in elke vaste, wissel in de laatste vaste naar A kleur
3 tot 5- 1 vaste in elke vaste.
Haak nog 1 halve vaste in de volgende steek.
Knip de draad af en haal de draad door de lus. Houd een stuk draad over om het armpje op het beertje te kunnen naaien. Vul het armpje op met de overige draaduiteinden.

Maak zo nog een armpje.
Naai de armpjes onder het kopje.

Oortje Beer:
Met B kleur:
1- 4 vasten in een ring
2- 2 vasten in elke vaste. (8)
3- 2 vasten in de eerste vaste, 1 vaste in de volgende 3 vasten, herhaal nog 1 keer. (10)

Haak nog 1 halve vaste in de volgende steek.
Knip de draad af en haal de draad door de lus. Houd een lang stuk draad over om de oortjes vast te kunnen naaien.

Haak zo nog een oortje.
Vul de oortjes niet op. Speld ze op het hoofdje en naai ze vast.

Snuit Beer:
Met B kleur:
1- 6 vasten in een ring
2- 2 vasten in elke vaste (12)
3- 1 vaste in elke vaste. (12)

Haak nog 1 halve vaste in de volgende steek.
Knip de draad af en haal de draad door de lus. Vul de snuit op en bevestig de snuit op het hoofdje.

Afwerking Beer:
Borduur de oogjes met een donkere kleur garen of naai kraaltjes aan het hoofdje.

Kopje Konijn:
In B kleur:
Haak de aanwijzingen zoals beschreven voor het Berenkopje.

Arm Konijn:
Begin met B kleur:
Haak de aanwijzingen zoals beschreven voor het Berenarmpje. Maar wissel aan het eind van de 2e toer naar kleur A.

Oortje Konijn:
Met A kleur:
1- 6 vasten in een ring.
2- 1 vaste in elke vaste. (6)
3- 1 vaste in de eerste vaste, 2 vasten in de volgende vaste, herhaal de hele toer rond. (9)
4 en 5- 1 vaste in elke vaste. (9)
6- 1 vaste in de eerste vaste, 2 vasten samen haken, herhaal de hele toer rond. (6)
7 en 8- 1 vaste in elke vaste. (6)

Haak 1 halve vaste in de volgende vaste.
Knip de draad af en haal de draad door de lus. Houd het stuk draad over om de oortjes aan het kopje te kunnen naaien.

Haak nog een oortje.
Vul de oortjes niet op maar speld ze vast op het kopje en naai ze vast.

Afwerking Konijn:
Borduur met A kleur oogjes en een snuit.

Afwerking Hanger:
Haal de haak door het hoofdje en steek het in het gat van de hanger tussen twee vasten door. Draai de haak weer in het hout.
Naai het beestje stevig op het jasje van de hanger.
Door de gebogen haak van de hanger staat het kopje iets scheef. Als het goed is kan het haakje nog wel draaien maar blijft het kopje dezelfde kant op kijken. Het beweegt alleen iets mee met de gebogen haak.

Ten slotte:
Dit patroon heb ik zelf ontworpen en bedacht. Daarom mag je het patroon niet gebruiken voor commercieel gebruik. Je mag het patroontje niet zelf op je eigen webpagina of blog plaatsen. Ook het afgewerkte product mag niet te koop aangeboden worden. Natuurlijk mag je altijd een patroontje gebruiken voor een goed doel. Bijvoorbeeld om geld op te halen voor minder bedeelden of iets dergelijks. Laat dan wel weten waar het patroon vandaan komt.
En plaats je een foto van je werkstukje naar aanleiding van mijn patroon op internet, zet er dan altijd een linkje bij naar mijn blog: steekjebijbeetje.blogspot.nl



Ster portemonnee

1 - 10 stokjes in een ring. Vervang het eerste stokje voor 3 lossen en sluit de toer met een halve vaste in de bovenste losse van de 3 begin lossen. (10)
2 - Hecht aan tussen twee stokjes met een andere kleur. 2 stokjes tussen de stokjes van de vorige toer. Vervang ook hier weer het eerste stokje door 3 lossen en sluit ook de toer weer met een halve vaste. (20)
3 - 1 half stokje (vervang de eerste door 2 lossen), 1 stokje en 1 dubbelstokje in de volgende steek, 1 losse en 1 vaste in het dubbelstokje, 1 dubbelstokje en 1 stokje in de volgende steek, 1 half stokje in de volgende steek. Herhaal deze omschrijving de hele toer rond. Sluit de toer met 1 halve vaste in de bovenste van de 2 begin lossen.
4 - 1 vaste in de eerste steek, 1 half stokje in de volgende steek, 1 stokje, 1 dubbelstokje 1 losse en 1 vaste bovenin het dubbelstokje en 1 stokje in de losse van de vorige top, 1 half stokje in de volgende steek, 1 vaste, in de volgende steek, 2 vasten samen haken. Herhaal de omschrijving de hele toer rond en haak de laatste vaste van deze toer samen met de eerste vaste van de volgende toer.

Haak nog zo’n ster eventueel in andere kleuren.

Haak de sterren aan elkaar als volgt: Hecht aan met een andere kleur op de top van 1 van de sterren en haak alleen in de achterste lus. Haak langs de punt naar beneden: 1 vaste in elke steek. Haak onderin de inkeping van de ster 1 halve vaste, een ketting van ongeveer 13 lossen, 1 halve vaste in de eerste losse, 1 halve vaste in dezelfde vaste van de ster, haak nu weer langs de punt omhoog met vasten. Hecht boven op de punt de andere ster aan. Leg beide sterren met de goede kanten naar buiten op elkaar en haak alleen in de achterste lussen: 1 vaste in de top van de punt, 1 losse, 1 halve vaste in de vorige vaste, 1 vaste in de top van de punt, 1 vaste in elke steek. Herhaal de hele ster rond. Haak als laatste nog een randje vasten langs de opening van de ster die nog geen randje heeft. Nu zonder ketting van lossen in de inkeping.

En nu maar versieren. Borduur sterretjes, France knots, winkelhaakjes, driehoekjes en zo voorts. Naai leuke knoopjes, en versieringen aan. En vergeet natuurlijk het knoopje voor de sluiting niet. Laat je fantasie de vrije loop en geniet van het leukste deel van het werk.

Dit patroon behoort toe aan mij. Ik heb het zelf ontworpen en gemaakt. Daarom mag dit patroon niet te koop worden aangeboden. Ook het afgewerkte product mag niet te koop worden aangeboden. Het product gebruiken om geld op te halen voor een goed doel mag natuurlijk wel. Laat dan wel even weten waar het patroon vandaan komt.

Granny hart

 Ik vond een hart via Welke.nl op de site van creatief bezig. Jolanda heeft het vertaald uit het Noors. Via de link op de site van Jolanda kwam ik op de Noorse site. De site van de maakster van het hart. Daar stond nog een kleinere versie. Uiteindelijk heb ik daar mijn eigen versie weer op gemaakt:


Voor alle duidelijkheid het gaat om het voorste hartje
Met paars in een ring * 3 stokjes, 3 lossen* herhaal van *-* nog 3 keer. Hecht af met een halve vaste in het eerste stokje (vaak vervangen voor 3 lossen)

Hecht aan met wit en haak in elk stokje een stokje en ik elke hoek, 2 stokjes, 3 lossen, 2 stokjes. Haak als je rond bent met halve vaste naar een losse ruimte in de hoek en haak vanuit hier 8 dubbele stokjes in de middelste stokje van de zijkant. Haak een halve vaste in de volgende hoek, en haak nog eens 8 dubbele stokjes in het middelste stokje van de volgende zijkant.

De rand heb ik weer hetzelfde gedaan als het originele patroon maar haakte ik toch een aanpassing rond de boogjes: *1 halve vaste, 2 lossen, halve stokje in de halve vaste, sla de eerst volgende steek over,* herhaal van *-* langs de twee zijkanten. Maar haak in de punt van het hart 2 boogjes van lossen en halve stokjes. Haak langs de boogjes hetzelfde patroon maar dan zonder een steek over te slaan. Dus in elke steek een boogje. Haak tussen de twee hartenboogjes in 1 halve vaste in de halve vaste.

Patroon hartje

Het originele hartje komt van Karinaandehaak maar ik heb een heel aantal dingen veranderd. Kijk maar mee:

Patroon hartjes portemonnee




1) Maak een magische ring en haak daarin eerst 3 lossen (telt als het eerste stokje) en daarna 11 stokjes, en sluit de toer met een halve vaste in de 3e losse.(12 stk)
2) 3 lossen (telt als het eerste stokje), *2 stokjes, 1 dubbelstokje in het volgende stokje, 1 dubbelstokje en 2 stokjes in het volgende stokje, 1 stokje in het volgende stokje* en herhaal van * - * nog 3 keer maar vervang het laatste stokje door 1 halve vaste in de 3e losse van het begin van de toer.
2a) Maak 1 halve vaste in de volgende 4 steken. Zorg dat de laatste halve vaste uit komt in het 2e dubbelstokje van de vorige toer.
2b) Maak nu de 1e boog: 8 dubbele stokjes in het middelste stokje van deze zijkant. (is het 3e stokje) Haak 1 halve vaste in het volgende dubbelstokje. (dus sla de rest van de stokjes over).
2c) De 2e boog: 1 halve vaste in het volgende dubbelstokje, 8 dubbele stokjes in het middelste stokje van deze zijkant. (is het 3e stokje) Haak 1 halve vaste in het volgende dubbelstokje. (dus sla de rest van de stokjes over) Sluit af met 1 halve vaste in het volgende dubbelstokje en wissel dan ook meteen van kleur.
3) 3 lossen, (telt als 1e stokje) 1 stokje in de volgende 6 stokjes, 1 stokje en 1 dubbelstokje in het volgende dubbelstokje, 1 dubbelstokje en 1 stokje in het volgende dubbelstokje, 1 stokje in de volgende 7 stokjes, 2 stokjes in de volgende 7 dubbelstokjes, 1 half stokje en 1 vaste in het volgende dubbelstokje, 2 vasten samen haken op de volgende halve vasten, 1 vaste en 1 half stokje in het volgende dubbelstokje, 2 stokjes in de volgende 7 dubbelstokjes en sluit de toer met 1 halve vaste in de 3e losse van de 1e 3 lossen. Hecht af.
Maak nog zo’n hartje eventueel in andere kleuren. Werk de draadjes weg en versier de hartjes naar eigen inzicht. 
Haak nu de hartjes samen als volgt: Leg de hartjes met de verkeerde kanten op elkaar, hecht met een nieuwe kleur aan in een van de bogen van het hart in het 8e steek vanaf het midden geteld, de samen gehaakte vaste meegeteld. Werk alleen in de achterste lussen, 1 vaste in elke steek, tot de top van de andere boog. (ook weer de 8e steek vanaf het midden, de samen gehaakte vaste meegeteld) pak het andere hartje er bij en haak ook hier in de achterste lus in de 8e steek van het midden een vaste. Haak in elke steek een vaste, tot de samen gehaakte vaste van het midden. Haak hierin een halve vaste, haak ongeveer 23 lossen, haak 1 halve vaste in de samen gehaakte vaste, haak weer 1 vaste in de achterste lussen tot aan de top van de volgende boog. 
Haak de beide hartjes nu samen, blijf haken in alleen de achterste lus. 1 vaste in de achterste lussen van de beide hartjes, het hele hartje rond maar haak in de punt van het hart 2 keer 2 vasten in steek. Hecht de draad goed af. Naai nog een knoopje op het hartje waar geen lusje op is gehaakt zodat het portemonneetje gesloten kan worden.

Mouwsjaal met kabels en noppen


https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEizzqpeQTHbu06RMqdBzfX4TxMQoUysNOX3K5K6P3UBfuIALxkLN_WIgY9W_e1NqUSj87zzuRZ2G0_tm6pIszKBFDybZB90K-Do6XcZCKCwGnY_doEg9FJyBsmWemKWjG8HkIsfB-ry0KyN/s1600/collage-beenwarmers+en+mouwsjaal.jpg
Maten:
Omtrek pols: 12,5 cm
Omtrek arm net onder elleboog: 14,5cm
Omtrek bovenarm: 18 cm
Lengte pols tot net onder elleboog: 12 cm
Lengte pols tot oksel: 25 cm
Breedte rug: 27 cm
Totale lengte van pols tot pols: 68 cm
 

Kledingmaat: maat 92
 

Materiaal:
Garen geschikt voor breinaalden 3,5
Breinaalden nr 3,5
Rondbreinaalden nr 3,5
 

Bijzondere steken:
Nop over 4 steken:
In 1 steek 4 steken breien door afwisselend recht en verdraaid recht te breien zonder de steek af te laten gaan. Keer het werk, brei over alleen deze vier steken averecht, keer het
werk, 4 recht, keer het werk, 2 keer 2 steken averecht samen breien, keer het werk, 2 steken recht samen breien.
 

Kantsteken:
Brei de eerste en de laatste steek in alle heen- en teruggaande naalden recht.
 

Patroon kabels met noppen over 18 steken:
1 - 4 averecht, zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 averecht, 3 recht van de kabelnaald, 2 averecht, zet 1 steek op de kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht, 1 averecht van de kabelnaald, 4 averecht.
 

2 - 5 recht, 3 averecht, 2 recht, 3 averecht, 5 recht.
 

3 - 5 averecht, zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 averecht, 3 recht van de kabelnaald, zet 1 steek op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht, 1 averecht van de kabelnaald, 5 averecht.
 

4 - 6 recht, 6 averecht, 6 recht.
 

5 - 3 averecht, 1 nop, 2 averecht, zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald, 2 averecht, 1 nop, 3 averecht.
 

6 - 6 recht, 6 averecht, 6 recht.
 

7 - 5 averecht, zet 1 steek op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht, 1 averecht van de kabelnaald, zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 averecht, 3 recht van de kabelnaald, 5 averecht.
 

8 - 5 recht, 3 averecht, 2 recht, 3 averecht, 5 recht.
 

9 - 4 averecht, zet 1 steek op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht, 1 averecht van de kabelnaald, 2 averecht, zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 averecht, 3 recht van de kabelnaald, 4 averecht.
 

10 - 4 recht, 3 averecht, 4 recht, 3 averecht, 4 recht.
 

11 - 4 averecht, 3 recht, 1 averecht, 1 nop, 2 averecht, 3 recht, 4 averecht.
 

12 - 4 recht, 3 averecht, 4 recht, 3 averecht, 4 recht.
 

Herhaal deze 12 naalden steeds om een mooi doorlopend patroon te krijgen.
 

Patroon:
Zet 32 steken op en brei tussen de kantsteken 12 naalden boordpatroon: 2 recht, 2 averecht.
Ga dan verder tussen de kantsteken: 1 naald recht, Dan aan de verkeerde kant: 6 averecht, 4 recht, 3 averecht, 4 recht, 3 averecht, 4 recht, 6 averecht.
Ga dan verder tussen de kantsteken: 6 steken rechte tricotsteek, 18 steken patroon, 6 steken rechte tricotsteek.
Meerder tegelijkertijd in de 28e/37e/46e/56e/66e/76e/86e naald 1 steek aan weerskanten. Let op: Het patroon blijft doorlopen over de 18 steken. Dit veranderd niet. Het gedeelte rechte tricotsteek aan weerskanten wordt allen breder tijdens het meerderen.
Bij de 92e naald is de mouw voltooid. Markeer deze steken.
Brei nu door het hetzelfde aantal steken in hetzelfde patroon tot een totale hoogte van 184 naalden. Hier begint de volgende mouw. Markeer deze steken.
Brei nu nog 6 naalden door met hetzelfde aantal steken in hetzelfde patroon. Minder dan in de 190e/200e/210e/220e/230e/239e/258e 1 steek aan weerskanten.
Brei naald 262 de laatste naald in patroon.
Brei naald 263 helemaal recht aan de goede kant.
Brei vanaf naald 264 tussen de kantsteken 12 naalden boordpatroon: 2 recht, 2 averecht.
 

Naai de mouwen nu dicht tot aan de markeringen. Pas de mouwsjaal. En kijk of de mouwen ver genoeg zijn dichtgemaakt. Pas eventueel aan waar nodig.
 

Neem nu de kantsteken op langs de ronding die ontstaan is door het dichtmaken van de mouwen. En brei 10 naalden boordpatroon: 2 recht, 2 averecht. Brei dit rond op een rondbreinaald zodat er geen naad gesloten hoeft te worden.


Beenwarmers in noppenpatroon






Maten:
Omtrek onderkant onderbeen: 14,5 cm
Omtrek kuit: 18,5 cm
Lengte net onder knie tot enkel: 17,5 cm
 

Kledingmaat: 92
 

Materiaal:
Garen geschikt voor breinaald 3,5
Breinaalden nr 3,5
 

Bijzondere steken:
Nop over 4 steken:
In 1 steek 4 steken breien door afwisselend recht en verdraaid recht te breien zonder de steek af te laten gaan. Keer het werk, brei over alleen deze vier steken averecht, keer het werk, 4 recht, keer het werk, 2 keer 2 steken averecht samen breien, keer het werk, 2 steken recht samen breien.
 

Kantsteken:
Brei de eerste en de laatste steek in alle heen- en teruggaande naalden recht.
 

Patroon:
Zet 36 steken op en brei tussen de kantsteken boordpatroon: 2 steken recht, 2 steken averecht.
Brei 12 naalden boordpatroon. Brei dan verder in rechte tricotsteek. Meerder in de 13e naald in de middelste steek (dit is de 18e steek, kantsteken meegerekend) 1 steek.
Brei in de 15e naald 1 nop in de 6e/18e/30e steek.
Brei in de 21e naald 1 nop in de 12e/24e steek
Meerder in de 24e/28e/32e/36e/44e naald aan weerkanten 1 steek tot een totaal van 47 steken.
Brei ondertussen noppen in de 27e/33e/39e/45e/51e/57e/63e naald. Laat de noppen steeds verspringen. Dus brei afwisselend de noppen van de plaats van de 15e en in de volgende noppen naald de noppen op de plaats van de 21e naald. Omdat er steeds steken bijgemaakt worden komen er in de 33e naald aan weerskanten 1 nop bij op de 3e steek van buiten. (kantsteek niet meegeteld)
Minder in de 62e steek aan weerskanten 1 steek.
Minder in de 64e naald in het midden 1 steek. Dit is de 23e steek. (kantsteken meegerekend)
Ga in de 65e naald verder met boordpatroon tussen de kantsteken: 2 steken recht, 2 steken averecht.
Kant in de 78e naald alle steken af.
Brei nog een beenwarmer.
 

Afwerking:
Naai de beenwarmers dicht met een onzichtbare naad.



Breipatroon Merwin, het patroon van een beroemd vriendje.

Merwin, de beroemde vriend



Merwin wordt in tricotsteek gebreid. Zijn kop en lijfje zijn 1 geheel maar de voor en achterkant zijn 2 losse delen die later aan elkaar genaaid moeten worden. Ook de losse onderdelen moeten later vastgenaaid worden. Houd hierbij rekening met het afknippen van de draad. Houd de draad extra lang.

Kijk voor tips voor meerderen of minderen eens op mijn blog: steekjebijbeetje.blogspot.nl

Als Merwin voor een baby of klein kind bestemd is brei hem dan extra vast. Neem eventueel een kleinere breinaald als op de wikkel van de bol staat aangegeven. Hierdoor voorkom je dat er achteraf door kleine vingertjes vulling losgepeuterd word.

Zorg ook dat alle onderdelen goed vast zitten en gebruik geen kraaltjes, knoopjes of dergelijke voor de oogjes, of voor extra versiering. Dit is gemakkelijk los te peuteren of te sabbelen.

Benodigdheden:
1 Rest in hoofdkleur.
1 Restje in accentkleur
Kleine restjes voor mond, neus en ogen.
Vulling
Rammeltje
Breinaalden passend bij het garen. Hoe dikker het garen hoe groter Merwin wordt.
Stopnaald

Kop en lijf (2 x)
Zet 26 steken op en brei rechte tricotsteek.
Meerder iedere 6e naald aan weerskanten 1 steek.
Brei zo 24 naalden. Meerder in de 24e naald nog 1 keer. (34 steken op de naald)
Kant in de 25e naald de eerste 13 steken af.
Kant in de 26e naald de eerste 13 steken af. (18 steken op de naald)
Meerder in de 27e en 29e naald aan weerskanten 1 steek. (12 steken op de naald)
Minder in de 33e/34e, 37e/38e en 41e/42e naald aan het begin van de naald 1 steek. (6 steken op de naald)
Kant in de 43e naald de middelste 2 steken af. Brei beide delen afzonderlijk verder als volgt:
Brei 1 toer. Meerder in de volgende toer aan de buitenkant 2 steken. Kant in de volgende toer alle steken af.

Let op: voor het meerderen van 2 steken wordt de techniek breiend opzetten gehanteerd. Dit houd in dat er aan het begin van de naald gemeerderd wordt. Aan een kant betekend dit dat er in de averechtse kant gemeerderd wordt. Aan de andere kant aan de rechte kant.

Oren: (4 x)
Brei de oren met de accentkleur. Zet 3 steken op. Meerder aan weerszijden 1 steek in de 1e, 3e, 5e en 7e naald tot een totaal van 11 steken. Minder vanaf de 9e naald 1 steek in elke oneven naald aan weerszijden tot een totaal van 3 steken. Kant de steken averecht af.

Armen: (2 x)
Zet 8 steken op. *Brei 1 naald recht, 1 naald averecht. Zet aan het einde van deze naald 3 steken op. Brei over deze 3 steken 1 naald recht en 1 naald averecht en kant de steken recht af.** Herhaal van * - ** nog 2 keer. Aan het einde zijn er dan 3 vingers gebreid. Brei nog een naald recht. Kant dan de steken averecht af.  

Staart:
Herhaal de toeren van de arm nog 1 keer maar brei het nu in de accentkleur waar ook de oren van gemaakt zijn.

Ogen: (2 x)
Neem voor de ogen een afwijkende kleur. Zet 3 steken op. Meerder in de 2e naald 1 steek aan weerszijden. Brei 1 naald recht. Minder in de volgende naald aan weerszijden 1 steek. Brei 1 naald recht. Kant averecht af.

Afwerking:
Naai de oren met de binnenkanten op elkaar en naai ze aan de kop: rechter oor op 6 toeren bij 6 steken van de bovenrand. Linker oor schuin, de punt komt op de 6e toer bij 4e steek.

Naai de 2 delen kop en lijf op elkaar. Het naadje hoeft niet onzichtbaar te zijn. Naai gerust de delen aan elkaar met een contrasterende kleur garen in een stiksteekje.

Maak kleine zwarte pupillen op de ogen.
Naai de ogen aan: Rechter oog vanaf de 9e steek vanaf de rechterkant op 3 toeren van boven. Linker oog vanaf de 8e steek vanaf de linkerkant op 5 toeren van boven.

Borduur de mond met kleine kruissteekjes te beginnen op de 3e steek vanaf de linkerkant, op de 12e toer van boven. Borduur 3 steken naar beneden, 1 halve steek schuin naar beneden, 1 steek naar beneden, 1 halve schuin naar beneden, 1 steek opzij, 1 hele steek naar beneden, 9 steken opzij, 1 hele steek omhoog, 5 steken opzij, 1 halve steek schuin omhoog, 1 steek omhoog. 1 halve steek schuin omhoog, 3 steken omhoog.

Borduur een neusje net onder het rechter oog.

Naai de armen en de staart vast aan het lichaam.

En dan maar lekker versieren. Merwin houdt er van om opgetut te worden. Dus geef hem haren van fluffiegaren, borduur prachtige sterren of hartjes op zijn buik of geef hem winkelhaakjes op zijn lijf. Kortom laat je fantasie de vrije loop.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Klets gezellig mee en laat een berichtje achter. :-)